Sluit het

Waar bent u naar op zoek vandaag?

Typ een willekeurig woord en druk op Enter

Insuline-injecties: Waar en hoe insuline geïnjecteerd moet worden

Insulin injections

Insuline-injecties

Als u onlangs de diagnose diabetes hebt gekregen of iemand kent die diabetes heeft, hebt u waarschijnlijk veel vragen. Veel hiervan zullen door uw diabeteszorgteam zijn beantwoord.

Sommige van deze vragen kunnen gaan over een nieuwe medicatie die aan u is voorgeschreven, die insuline heet. Insuline is een medicatie die vaak wordt gebruikt door mensen met diabetes waardoor ze in staat zijn hun aandoening te behandelen [1].

In dit artikel wordt uitgelegd wat insuline is, waarom het nodig is en hoe u het uzelf moet toedienen via insuline-injecties.

Wat is insuline?

Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt door gespecialiseerde cellen in een orgaan dat de alvleesklier wordt genoemd [1, 2]. Insuline reguleert de bloedglucosespiegels — deze worden in uw bloedbaan afgegeven en werken in op cellen in uw hele lichaam, waardoor ze glucose opnemen uit uw bloed [1, 2]. Insuline reguleert ook het gebruik van koolhydraten, vet en eiwitten [2].

Insuline werd voor het eerst geïsoleerd en gezuiverd in 1921 [2]. Door experimenten waaruit bleek dat deze nieuwe chemische stof de bloedglucosespiegels zou kunnen verlagen, wonnen deze wetenschappers de Nobelprijs voor Geneeskunde in 1923 [2]. U kunt meer lezen over de ontdekking van insuline in onze korte geschiedenis van insuline.

Insuline is een veelgebruikt geneesmiddel over de hele wereld. Naar schatting gebruiken wereldwijd 150-200 miljoen patiënten insuline [3].

 

Wat zijn insuline-injecties?

Miljoenen mensen injecteren zichzelf elke dag met insuline [4]. In tegenstelling tot sommige geneesmiddelen die als tablet kunnen worden ingenomen of als vloeistof kunnen worden ingeslikt, moet insuline onderhuids, in de aderen en in de spieren worden toegediend [1].

Mensen met diabetes dienen meestal insuline onderhuids toe, met behulp van een naald die aan een spuit of insulinepen is bevestigd om het hormoon onder de huid te injecteren, of met behulp van een insulinepomp [1].

Welk type diabetes vereist insuline-injecties?

Er zijn verschillende soorten diabetes. Voor sommige vormen van diabetes is insulinetherapie absoluut essentieel, terwijl andere al dan niet met insuline worden behandeld. Dit kan afhangen van factoren zoals hoe de aandoening heeft gereageerd op andere behandelingen, therapieën of preventieve maatregelen [1, 4].

Diabetes type 1

Bij diabetes type 1 worden de insulineproducerende cellen in de alvleesklier vernietigd door het immuunsysteem van het lichaam, door trauma of door letsel aan de alvleesklier [1]. Dit veroorzaakt een gebrek aan insuline dat alleen kan worden opgelost door het bloedglucoseregulerend hormoon te vervangen door insulinetherapie.

Insuline is altijd nodig bij diabetes type 1 [1, 3]. Voor mensen met diabetes type 1 is insulinetherapie van vitaal belang [1].

Diabetes type 2

Bij diabetes type 2 worden de cellen van het lichaam resistent tegen insuline [1]. De exacte oorzaak van diabetes type 2 is onbekend, maar factoren zoals genetica of obesitas spelen een rol. De alvleesklier probeert deze resistentie tegen te gaan door steeds meer insuline te produceren. Dit leidt echter uiteindelijk tot uitputting van de insulineproducerende cellen in latere stadia van diabetes type 2 [1].

Insuline is soms nodig bij diabetes type 2. Het is een van de vele beschikbare therapieën voor mensen met diabetes type 2 [1, 3].

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes ontwikkelt zich tijdens de zwangerschap. Het kan worden behandeld door verandering in de voeding en lichaamsbeweging, maar insuline kan nodig zijn als dieet en lichaamsbeweging de bloedglucosespiegels niet onder controle houden [1].

Ouderdomsdiabetes bij jongeren (MODY)

Ouderdomsdiabetes bij jongeren (Maturity onset diabetes of the young, MODY) is een erfelijke aandoening waarbij een genetische mutatie voorkomt dat de alvleeskliercellen naar behoren insuline afscheiden. Het kan worden behandeld met geneesmiddelen die sulfonylureumderivaten worden genoemd, maar insuline kan nodig zijn [1].

Welke soorten insuline zijn er?

Insulines kunnen op verschillende manieren worden geclassificeerd. Een van deze manieren is hoe snel de insuline werkt na een injectie [7]:

  • Snelwerkende insuline: piekwerking in 30 minuten, werkt 3-5 uur. Snelwerkende insulines worden over het algemeen vóór maaltijden gebruikt en altijd gedurende de dag naast kortwerkende of langwerkende insulines om de bloedglucosespiegels te beheren.
  • Kortwerkende insuline: piekwerking in 90 tot 120 minuten, werkt 6 tot 8 uur. Deze insulines worden vóór de maaltijd ingenomen. Om hypoglycemie te voorkomen is voeding vereist binnen 30 minuten na de toediening.
  • Middellangwerkende insuline: piekwerking in 4 tot 8 uur. Deze helpen om de bloedglucosespiegels gedurende de dag onder controle te houden en worden meestal tweemaal daags gebruikt.
  • Langwerkende insuline: werkt gedurende 12-24 uur. De lange werkingsduur van deze soorten insuline helpt een plateau-effect te creëren en de doseringsfrequentie gedurende de dag te verminderen. Ze worden meestal ‘s avonds na de maaltijd toegediend.

Insuline is ook beschikbaar als een mengsel van snel- of kortwerkende insuline en middellange of langwerkende insuline [5]. Dit heet voorgemengde insuline [5].

where to apply insuline

Waar kan ik insuline injecteren?

Waar kan ik insuline injecteren?

Insuline wordt meestal geïnjecteerd in het vet net onder de huid, wat een subcutane injectie wordt genoemd [1, 4]. Injecteren onder de huid wordt beschouwd als gemakkelijker en handiger dan andere injectiemethoden, zoals intraveneus (in een ader) of intramusculair (in een spier) [1].

De plaatsen die worden aanbevolen voor insuline-injectie zijn onder andere de buik, dijen, billen en bovenarmen [4, 6].

Niet al die plaatsen zijn even geschikt voor iedereen die insuline moet injecteren. Injecties in de buik zijn bijvoorbeeld niet geschikt voor mensen die geen centimeter vet kunnen samenknijpen om in te injecteren, zoals jonge kinderen of gespierde personen [4].

Het wordt ook aanbevolen om injectieplaatsen ‘af te wisselen’ - wat betekent dat u niet herhaaldelijk op dezelfde plaats injecteert. Zo vermindert u de kans op complicaties die kunnen optreden bij het injecteren, zoals de vorming van littekens, vetafzettingen. [4, 6]. Toch is het de moeite waard om op te merken dat insuline op een bepaalde plaats anders wordt geabsorbeerd dan op andere plaatsen [4]. Daarom wordt afwisseling binnen een bepaald gebied geadviseerd [4].

Hoe u insuline-injecties kunt toedienen

Insuline-injecties kunnen met een naald en injectiespuit worden toegediend [4, 6]. Ze kunnen ook worden toegediend met een apparaat dat een insulinepen wordt genoemd. Het werkt als een spuit, maar het bevat de insuline in een voorgevulde patroon [3].

Vóór het openen moeten flacons en pennen in de koelkast worden bewaard [4]. Na opening moeten pennen op kamertemperatuur worden bewaard, terwijl de flacons binnen of buiten de koelkast kunnen worden bewaard [4].

De techniek voor insuline-injectie wordt u door uw zorgteam geleerd. Maar meestal gaat het om de volgende stappen [4]:

  • Vul de spuit of pen met twee eenheden insuline
  • Houd de spuit verticaal met de naald naar boven gericht en tik met uw vinger op de cilinder van de spuit om luchtbellen te verwijderen, gevolgd door het uitstoten van de twee extra eenheden insuline
  • Selecteer de daadwerkelijk benodigde dosis
  • Kies uw injectieplaats (zoals de arm, buik, dij of bil)
  • Reinig de huid op de injectieplaats met een alcoholdoekje
  • Knijp de huid tussen duim en wijsvinger dicht, draai het lichtjes om ervoor te zorgen dat de spier niet is opgehoopt
  • Breng de naald in bij 45 graden (dit is geschikt voor gebieden met minder vet, waardoor injectie van insuline in de spieren wordt vermeden). De injectiehoek kan variëren afhankelijk van het te injecteren gebied - een hoek van 90° is geschikt voor gebieden met meer vet
  • Injecteer de insuline en laat vervolgens de ingeknepen plooi los voordat u de naald terugtrekt
  • Oefen na de injectie lichte druk uit om blauwe plekken te minimaliseren

Uw zorgteam zal u leren hoe u insuline-injecties op de juiste manier gebruikt.

Andere apparaten kunnen worden gebruikt om insuline toe te dienen, waaronder insulinepompen [3].

Bijwerkingen van insuline-injectie

Elk geneesmiddel kan bijwerkingen hebben en met insuline is het niet anders.

De bijwerkingen van insuline-injecties kunnen worden onderverdeeld in de effecten van insuline op het lichaam en de effecten van de injectie [1].

Bij de effecten van insuline op het lichaam kan het gaan om hypoglycemie en gewichtstoename [1]. In zeldzame gevallen kunnen elektrolytstoornissen zoals hypokaliëmie optreden [1].

Bij bijwerkingen van injecties kan het gaan om pijn op de injectieplaats en een aandoening die lipodystrofie wordt genoemd zijn, die putjes of zwelling van de huid veroorzaakt [1, 4, 6].

Insuline-injecties: een samenvatting

Insuline-injecties zijn een belangrijke behandeling voor mensen met diabetes [1]. Uw zorgteam zal u leren hoe u uw diabetes kunt beheren met insuline, en hoe u uzelf correct en effectief kunt injecteren.

Als u meer informatie wilt over insuline, injecties of over het effectief beheren van uw diabetes, kan uw zorgteam u in de juiste richting wijzen.

Bronnen:

  1. Thota S, Akbar A. “Insulin.” [Updated 2021 Jul 16]. In: StatPearls [Internet]. Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2022 Jan-.
  2. Wilcox G. “Insulin and insulin resistance.” Clin Biochem Rev. 2005; 26(2):19-39.
  3. Buse JB, Davies MJ, Frier BM, et al. “100 years on: the impact of the discovery of insulin on clinical outcomes.” BMJ Open Diabetes Research and Care 2021; 9:e002373.
  4. O. M. Selivanova et al. Analysis of Insulin Analogs and the Strategy of Their Further Development. Biochemistry (Mosc), janvier 2018 ; 83(Suppl 1):S146-S162; doi: 10.1134/S0006297918140122. DOI: 10.1136/bmjdrc-2021-002373
  5. Dolinar, Richard. “The Importance of Good Insulin Injection Practices in Diabetes Management.” US Endocrinology, 2009; 5(1):49-52
    DOI: 10.17925/USE.2009.05.1.49
  6. Kalra S, Czupryniak L, Kilov G, et al. “Expert Opinion: Patient Selection for Premixed Insulin Formulations in Diabetes Care.” Diabetes Ther. 2018; 9(6): 2185-2199. DOI:10.1007/s13300-018-0521-2
  7. Anders H. Frid, MD; Gillian Kreugel, DSN; Giorgio Grassi, MD; Serge Halimi, MD; Debbie Hicks, DSN; Laurence J. Hirsch, MD; Mike J. Smith, DSN; Regine Wellhoener, MD; Bruce W. Bode, MD; Irl B. Hirsch, MD; Sanjay Kalra, MD; Linong Ji, MD; and Kenneth W. Strauss, MD. “New Insulin Delivery Recommendations.” Mayo Clin Proc. n September 2016; 91(9):1231-1255
  8. O M Selivanova, S Yu Grishin, A V Glyakina, A S Sadgyan, N I Ushakova, O V Galzitskaya. Analysis of Insulin Analogs and the Strategy of Their Further Development. Biochemistry (Mosc). 2018 Jan;83(Suppl 1):S146-S162. doi: 10.1134/S0006297918140122
Show me:
All
157162

Is overstappen op een insulinepomp een goed idee?

Dois-je opter pour une pompe à insuline ?

Als alternatief voor meerdere dagelijkse injecties kan een insulinepomp worden voorgeschreven, afhankelijk van je medisch profiel en levensstijl [1,2]. Overweeg je de overstap op een pomp? Hier volgt wat informatie die je misschien nuttig vindt.

Wat is een insulinepomp?

Een insulinepomp is een draagbaar, onopvallend elektronisch apparaat dat continu, met regelmatige tussenpozen dosissen snelwerkende insuline levert [2,3,4]. Een standaard pompontwerp bestaat uit een kleine motor op batterijen, een geautomatiseerd regelmechanisme en een insulinereservoir dat via een slang is aangesloten op een onderhuidse canule [2,3]. Onlangs is er ook een ander type op de markt gebracht: de draadloze patchpomp, waarbij de infusieset aan de huid kleeft [2,4].

De pomp is ingesteld om de hele dag lang op een vooraf geselecteerde snelheid insuline, namelijk “basale insuline”, toe te dienen op basis van de behoeften van de drager [2,3]. Ook moet de toediening van “bolussen”, extra dosisses snelwerkende insuline, geprogrammeerd worden, bij maaltijden of in geval van hyperglycemie [2,3].

Wie heeft baat bij een insulinepomp?

Diabetes type 1

Uit een aantal klinische studies bij kinderen, jongeren en volwassenen met diabetes type 1 is gebleken dat de overstap op een insulinepomp verschillende voordelen biedt [2]. In deze studies is vastgesteld dat de pomp, naast het verbeteren van de kwaliteit van leven en de bloedsuikerbalans door een daling in geglyceerd hemoglobine (HbA1c), ook de dagelijkse insulinebehoefte en hypoglycemieperiodes kan verminderen [1,2,5].

Vanwege de voordelen van de insulinepomp voor de behandeling van diabetes type 1, raden het National Institute for Health and Care Excellence (NICE), Société Francophone du Diabète (de Franstalige Diabetesvereniging, SFD) en de American Association of Diabetes (ADA) mensen met onevenwichtige bloedsuikerwaarden en mensen die normale injecties moeilijk vinden in het kader van hun werk en/of sociale leven, aan om over te stappen van meerdere dagelijkse injecties naar de pomp [2,3]. Insulinepompen worden over het algemeen ook aanbevolen als eerstelijnsbehandeling voor kinderen [2].

Diabetes type 2

Het gebruik van een insulinepomp bij diabetes type 2 staat nog ter discussie [6]. Overstappen van meerdere dagelijkse injecties naar de pomp kan evenwel gepast zijn als je een hoge insulineresistentie en/of insulinebehoefte hebt, ondanks voldoende insulinetoediening en naleving van aanbevelingen inzake dieet en lichaamsbeweging [2,6].

Zwangere vrouwen

Hoewel het bij zwangere vrouwen met diabetes niet bewezen is dat een insulinepomp beter is dan meerdere dagelijkse injecties, wordt het gebruik van een insulinepomp over het algemeen aanbevolen om de bloedsuikerbalans te optimaliseren [2,6]. Deze behandeling kan de bloedsuiker onder controle helpen houden tijdens de zwangerschap, een periode waarin de insulinebehoefte sterk toeneemt en schommelt [2,6].

Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een insulinepomp

Er kunnen verschillende factoren in overweging worden genomen om te zien of je een goede kandidaat bent voor een insulinepomp [3,6]. In het bijzonder wordt het gebruik van een insulinepomp afgeraden in het geval van onbehandelde proliferatieve retinopathie, ernstige psychiatrische stoornis of een geestelijke of lichamelijke handicap die je vermogen om het apparaat te bedienen kan verstoren [3,6].

Je motivatie is ook een bepalende factor bij de vraag of een pomp goed is voor jou [3,6]. Daarom vragen we je om:

  • deel te nemen aan praktische opleiding bij een gespecialiseerd medisch team [3];
  • regelmatig opvolgingsbezoeken af te leggen [1];
  • je bloedsuikerspiegel regelmatig te controleren (4-6 keer per dag) [1,3,6];
  • te leren hoe je de koolhydraatinhoud van je maaltijden kunt berekenen en insulinedoses dienovereenkomstig kunt aanpassen [1,3].

Sinds de eerste ontwikkeling ervan in de late jaren ’70 is behandeling met de insulinepomp verder geëvolueerd en diabetescontrole eenvoudiger geworden [1,4]. Als je de insulinepomp wil uitproberen, is het raadzaam om met je arts te praten of een afspraak te maken met een deskundige op het gebied van insulinepompen, die je advies kan geven en je doorheen het proces kan begeleiden [3].

Bronnen:

  1. Sherr J, Tamborlane WV. Past, present, and future of insulin pump therapy: better shot at diabetes control. Mt Sinai J Med. 2008;75(4):352-361. doi:10.1002/msj.20055.
  2. Pozzilli P and al. Continuous subcutaneous insulin infusion in diabetes: patient populations, safety, efficacy, and pharmacoeconomics. Diabetes Metab Res Rev. 2016;32(1):21-39 ; doi:10.1002/dmrr.2653.
  3. Pickup JC and al. Insulin-Pump Therapy for Type 1 Diabetes Mellitus. NEJM 2012;366:1616-24.
  4. Andrew Fry. Insulin delivery device technology 2012: where are we after 90 years? J Diabetes Sci Technol. 2012 Jul 1;6(4):947-53. doi: 10.1177/193229681200600428.
  5. Karges B, Schwandt A, Heidtmann B, et al. Association of Insulin Pump Therapy vs Insulin Injection Therapy With Severe Hypoglycemia, Ketoacidosis, and Glycemic Control Among Children, Adolescents, and Young Adults With Type 1 Diabetes. JAMA. 2017;318(14):1358-1366. doi:10.1001/jama.2017.13994.
  6. Reznik Y. and Cohen O. Insulin Pump for Type 2 Diabetes- Use and misuse of continuous subcutaneous insulin infusion in type 2 diabetes. Diabetes Care. 2013 Aug; 36 (Suppl 2): S219–S225, 17 juillet 2013; doi: 10.2337/dcS13-2027.
Show me:
All
147156

Laat ons een licht schijnen op diabetes

Het is voor iedereen anders, maar nooit makkelijk.

Wereldwijd leven momenteel bijna 500 miljoen mensen met diabetesen toegang tot insuline en diabeteszorg blijft voor velen een uitdaging.

Tijdens deze #DiabetesAwarenessMonth willen we helpen het bewustzijn over leven met diabetes te verspreiden en de toegang tot zorg te ondersteunen.

Want als het niet nu is, wanneer dan wel? ?

Hoeveel mensen wereldwijd leven met diabetes?

463 miljoen: dat is in 2019 wereldwijd het aantal mensen tussen 20 en 79 jaar oud die leven met diabetes, oftewel 1 op 11 volwassenen1.

Maar in detail, waar staan we met diabetes in 2020? Wat is het profiel van mensen met diabetes en in welke regio's wonen zij?

Lees meer in ons artikel.

 

Ons engagement

mde-vitalaire_long

VitalAire zet zich in voor de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met diabetes.

Onze teams voor thuiszorg bieden onze patiënten en hun naasten educatie, ondersteuning en personalisering van onze zorg.

Onze missie: diabetes gemakkelijker maken.

Meer informatie over ons engagement

Meer weten

Onze producten en diensten

Meer weten

Bronnen:

  1. 1. IDF. Global diabetes data report 2010 - 2045. 9th edition 2019. https://www.diabetesatlas.org/data/en/world/
Show me:
All
7872

Het verschil tussen diabetes type 1 en diabetes type 2

Différences entre diabète type 1 et type 2

Diabetes type 1 en type 2 delen het vaakst voorkomende symptoom, chronische hyperglycemie, dus te veel suiker in het bloed, maar er zijn ook veel verschillen [1,2]. Oorzaken, symptomen en behandeling: lees verder om te weten te komen wat het verschil is tussen diabetes type 1 en diabetes type 2.

Twee zeer verschillende oorzaken

Insuline is een hormoon dat in de alvleesklier wordt aangemaakt. De functie ervan is het bloedsuikergehalte regelen (glycemie) [3,4].

Diabetes type 2 treedt op als het lichaam insuline niet meer op een juiste manier gebruikt en de alvleesklier niet genoeg insuline kan aanmaken om het tekort te compenseren [1,2,4,5].

In tegenstelling tot diabetes type 2 is diabetes type 1 een auto-immuunaandoening waarbij het lichaam helemaal geen insuline meer aanmaakt, omdat antilichamen de alvleeskliercellen die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak ervan, vernietigen [1,2].

Genetische aanleg bevordert de ontwikkeling van diabetes type 2 en, in mindere mate, diabetes type 1 [1,5]. Het risico op diabetes type 2 wordt ingeschat op ongeveer 40% als een van de ouders diabetes type 2 heeft. Dit ten opzichte van slechts 5% als minstens één van de ouders diabetes type 1 heeft [5].

Toch is erfelijkheid niet de enige trigger voor diabetes type 2, want het hangt ook grotendeels af van de levensstijl: een voornamelijk zittende levensstijl met een calorierijk dieet en gebrek aan slaap, wat vaak leidt tot overgewicht [4,5,6].

Internationale onderzoekers en deskundigen speculeren dat verschillende omgevingsfactoren ook betrokken kunnen zijn bij de ontwikkeling van diabetes type 1, maar ze hebben die nog niet duidelijk kunnen vaststellen [1,5].

Soortgelijke symptomen

Symptomen van hyperglycemie worden bij beide soorten diabetes gevonden: overvloedig urineren (polyurie), constante dorst (polydipsie) en soms overmatige honger (polyfagie) en wazig zicht [1].

Diabetes type 2 is uniek, omdat het zich gedurende een aantal jaren kan ontwikkelen zonder zichtbare symptomen of met slechts lichte tekenen [1,4,6]. Veel mensen ontdekken per ongeluk dat ze diabetes type 2 hebben wanneer ze om een andere reden hun bloed laten onderzoeken [6].

De diagnose is gebaseerd op dezelfde criteria voor beide soorten diabetes: meting van de bloedsuiker (hetzij op een lege maag, op gelijk welk moment van de dag, hetzij na inname van 75 g glucose) en geglyceerd hemoglobine (HbA1c) via een bloedonderzoek [1,2].

Verschillende behandelingen

Mensen met diabetes type 1 hebben systematisch insulinetherapie nodig, toegediend met een insulinepen, injectiespuit of insulinepomp [2,5].

De eerste behandeling van diabetes type 2 omvat een overgang naar een gezonde levensstijl, met een evenwichtige voeding, regelmatige lichaamsbeweging en afvallen [2,4,5]. Als dit de bloedsuikerwaarde niet stabiliseert, kunnen antidiabetica of insulinetherapie worden voorgesteld [2,4,5].

Verdeling van de twee diabetestypes over alle diabetespatiënten

Diabetes type 1 vertegenwoordigt 5-10% van alle gevallen van diabetes en komt voornamelijk voor in de kindertijd en adolescentie, maar kan ook optreden bij volwassenen [1,2].

Diabetes type 2 vertegenwoordigt 90-95% van alle diabetespatiënten, voornamelijk volwassenen [1,2].

Een ander opmerkelijk verschil tussen de twee types diabetes is dat mensen met diabetes type 1 over het algemeen binnen het normale gewichtsbereik vallen, terwijl een aanzienlijk deel van de mensen met diabetes type 2 te kampen heeft met overgewicht, zwaarlijvigheid of normaal gewicht met overmatig buikvet [1,2].

Bronnen:

  1. American Diabetes Association. Diagnosis and classification of diabetes mellitus. Diabetes Care 2013 Jan; Vol.36 Supplement 1:S67-74. ; doi: 10.2337/dc13-S067.
  2. A. Petersmann et al. Definition, Classification and Diagnosis of Diabetes Mellitus. Exp Clin Endocrinol Diabetes 2019; 127 (Suppl 1): S1–S7 ; doi : 10.1055/a-1018-9078.
  3. A H Khan, J E Pessin. Insulin regulation of glucose uptake: a complex interplay of intracellular signalling pathways. Diabetologia. 2002 Nov;45(11):1475-83. doi: 10.1007/s00125-002-0974-7. Epub 2002 Oct 18.
  4. Andreas F H Pfeiffer, Harald H Klein. The treatment of type 2 diabetes. Dtsch Arztebl Int. 2014 Jan 31;111(5):69-81; quiz 82. doi: 10.3238/arztebl.2014.0069.
  5. JS Skyler et al. Differentiation of Diabetes by Pathophysiology, Natural History,and Prognosis. Diabetes 2017;66:241–255 | DOI: 10.2337/db16-0806.
  6. Samantha Roberts, Eleanor Barry, Dawn Craig , Mara Airoldi, Gwyn Bevan, Trisha Greenhalgh. Preventing type 2 diabetes: systematic review of studies of cost-effectiveness of lifestyle programmes and metformin, with and without screening, for pre-diabetes. BMJ Open. 2017 Nov 15;7(11):e017184. doi: 10.1136/bmjopen-2017-017184.
Show me:
All
130135

Diabetes en vliegreizen: voorbereiden op een vlucht

Voyager en étant diabétique

Over oceanen, continenten en tijdzones... Als je een lange vlucht plant voor een buitenlandse vakantie of een zakenreis, vraag je je waarschijnlijk af wat raadzaam is voordat je van huis gaat, voordat je door de beveiliging op de luchthaven gaat en tijdens de vlucht. Lees verder voor enkele belangrijke aanbevelingen voor vliegreizen met diabetes.

In de aanloop naar je vliegreis

Als je diabetes hebt, is het een goed idee om een vliegreis ruim van tevoren te plannen. De eerste stap is het maken van een afspraak bij je arts, indien mogelijk minstens 6 weken voordat je naar de luchthaven gaat [1,2]. Via deze raadpleging kan je:

  • je vaccinaties bijwerken, met name de aanbevolen vaccins voor je land van bestemming [2];
  • een medisch certificaat voor diabetes krijgen en een voorschrift met informatie over de medische benodigdheden en/of medicatie die je bij je hebt [1,2,3];
  • advies van je arts krijgen over eventuele aanpassingen die je moet doen aan je behandeling [1,2].

Naarmate je vlucht dichterbij komt, kan het ook nuttig zijn om:

  • de contactgegevens van diabetesdiensten op je bestemming en plekken waar medische benodigdheden en geneesmiddelen te vinden zijn te noteren [2];
  • contact op te nemen met je luchtvaartmaatschappij als je aan boord een specifieke maaltijd of maaltijden nodig hebt [2,3,4];
  • een ‘diabeteskaart’ te krijgen of te maken waarop wordt uitgelegd wat je aandoening is en wat er gedaan moet worden als je flauwvalt, met vermelding van een noodtelefoonnummer [3,4].

Wat moet je inpakken?

Hier is een controlelijstje met aanbevolen artikelen om mee te nemen op een vliegreis als je diabetes hebt:

  • paspoort, reisverzekeringscertificaat, medisch certificaat, voorschrift, “diabeteskaart” en internationaal vaccinatieboekje [2,3,4];
  • diabetesmedicatie [2,3];
  • insulinetoedieningsapparatuur (pomp, pen of spuiten en naalden) [2,3]. Als je een pomp gebruikt, is het een goed idee om ook een pen of spuiten en naalden mee te nemen voor gebruik bij een pompstoring [1,2,4];
  • je testapparatuur voor bloedsuilker (glucosemeter, teststrips, CGM) [2,3]. Als je een CGM gebruikt, is het ook een goed idee om een reserve glucosemeter mee te nemen [2];
  • flacons en/of patronen met zowel snel- als langwerkende insuline [2,4];
  • een reservebatterij voor al je apparaten [2,3,4];
  • een EHBO-kit met desinfectiedoekjes, watten, glucagon en andere medicatie die je nodig hebt (antihypertensiva, aspirine, koortsmedicatie, misselijkheidsmedicatie, enz.) [2,3,4];
  • snacks met complexe koolhydraten (bv. mueslirepen, noten en crackers) en eenvoudige koolhydraten (bv. fruitsap, suikerklontjes, snoep en honing) [2,3,4];
  • comfortabele schoenen en absorberende sokken die je benen niet samendrukken [2].

Om voorbereid te zijn op onverwachte gebeurtenissen wordt het aanbevolen om de dubbele hoeveelheid medicatie en benodigdheden voor het beheer van je diabetes tijdens je verblijf mee te nemen [2,3,4]. Het is ook een goed idee om een kopie van je voorschrift te maken [4].

Je kunt de ene helft meenemen in je handbagage en de andere helft in je ruimbagage [2,3], met uitzondering van insuline, glucagon, strips en pen(nen) en meter(s), die het beste alleen in je handbagage kunnen worden vervoerd [1,2].

Volgens de Transportation Security Administration (Transportbeveiligingsadministratie, TSA) is het vervoeren van medicatie en bloedglucosetest- en injectieapparatuur in de oorspronkelijke verpakking het beste [2]. Probeer ze voor snelle en gemakkelijke toegang te verpakken in een apart doorzichtig zakje dat je in je handbagage kan steken [1,2].

 

Planifier un voyage en étant diabétique

Wat is de beste manier om insuline te vervoeren tijdens vliegreizen?

Insuline verdraagt geen extreme temperaturen en moet tussen 2 en 8 graden worden bewaard om effectief te blijven [3,5]. Het is daarom raadzaam om je insulinevoorraad in een geïsoleerde tas met koude gelpacks te plaatsen en deze in je handbagage te bewaren, en niet in je ruimbagage, waar het kan bevriezen [2,3,4,5].

Op het vliegveld

Wanneer je door de beveiliging gaat, moet je de beveiligingsmedewerkers laten weten dat je medicatie en medische apparatuur bij je hebt en het voorschrift van je arts laten zien [2,4].

Als je een insulinepomp en/of CGM hebt, kun je deze het beste meedragen en vragen om met de hand te worden gefouilleerd, omdat het wordt aanbevolen om doorgang door röntgenscanners en metaaldetectoren te vermijden [2,4].

Tijdens de vlucht

Als je een lange vlucht maakt, raden we je aan je insulinebehandeling af te stemmen tijdens de reis en daarna opnieuw tijdens je verblijf, afhankelijk van het tijdsverschil en je bloedsuikerwaarden, die vaker moeten worden gecontroleerd [1,2,3,4]. Gewoonlijk is er op reis geen aanpassing van de dosis geneesmiddel nodig, maar het wordt aanbevolen om de tijdstippen van de medicatietoediening aan te passen op basis van de verandering in tijdzones [2].

Daarnaast kunnen de drukontlasting en hoogte de prestaties van je apparaten beïnvloeden [2]. De betrouwbaarheid van een CGM in een vliegtuig is niet aangetoond via onderzoek, dus het is het beste om je bloedsuiker te meten met een glucosemeter omdat die metingen betrouwbaar zijn voor het nemen van beslissingen [1,2]. Voor pompgebruikers kunnen veranderingen in de luchtdruk ook leiden tot de vorming van luchtbellen in het reservoir, ongewilde toediening van insuline en het risico op hypoglycemie [2,6]. Als voorzorgsmaatregel kan het daarom nuttig zijn om het reservoir te vullen met slechts 1,5 ml insuline, de pomp los te koppelen tijdens het opstijgen en landen en eventuele luchtbellen te verwijderen alvorens opnieuw aan te sluiten [2,6].

Probeer ten slotte regelmatig water te drinken en af en toe op te staan en door het gangpad te lopen [2].

We hopen dat je met deze aanbevelingen ontspannen en met een gerust hart op vliegreis vertrekt. Goede vlucht!

Bronnen:

  1. S. Trikudanathan and al. Diabetes. Management “Up in the Air”: It's Time for Consensus. AACE Endocrine Practice, Vol. 24, issue 6, 599-601, 1er juin 2018 ; doi : 10.4158/EP-2017-0258.
  2. Gagan Priya, Sanjay Kalra, Deep Dutta, Emmy Grewal, Indira Maisnam, Sameer Aggarwal. Up In The Air With Diabetes: a Systematic Review of Literature and A Pragmatic Approach to Diabetes Management During Long-Distance Travel. Journal of Diabetes & Metabolic Disorders. Jun 17, 2020. doi:10.24966/DMD-201X/100031.
  3. T.N Bettes and al. Medical Advice for Commercial Air Travelers. Am Fam Physician 60 (3) : 801-808. 1er septembre 1999.
  4. F. Jawad and S. Kaira. Diabetes and travel. JPMA October 2016, Volume 66, Issue 10.
  5. Bahendeka S, Kaushik R, Swai AB, et al. EADSG. Guidelines: Insulin Storage and Optimisation of Injection Technique in Diabetes Management. Diabetes Ther. 2019;10(2):341-366. doi:10.1007/s13300-019-0574-x.
  6. B.R King and al. Changes in altitude cause unintended insulin delivery from insulin pumps: mechanisms and implications. Diabetes Care. 2011;34(9):1932-1933. doi:10.2337/dc11-0139
Show me:
All
213209

Is er een verband tussen diabetes en vervuiling?

Diabète et pollution

In de lucht, in water en in het voedsel dat we eten kunnen verontreinigende stoffen aanwezig zijn [1]. Sommigen onder jullie vragen zich daarom misschien af wat het effect is op onze gezondheid op lange termijn, en in het bijzonder of er een bewezen verband bestaat tussen diabetes en vervuiling. Dit artikel heeft tot doel enkele antwoorden te geven.

Kan vervuiling diabetes veroorzaken?

In onze omgeving zijn er verschillende verontreinigende stoffen waarvan je misschien al gehoord hebt:

  • luchtverontreinigende stoffen, zoals zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolstofoxide, koolwaterstoffen, halogenen en fijnstof [2,3];
  • persistente organische polluenten (POP’s) zoals PCB's (gepolychlorineerde bifenylen), dioxinen, pesticiden en vlamvertragende middelen [1];
  • hormoonontregelende stoffen, zoals bisfenol A, ftalaten en triclosan [1];
  • bepaalde metalen, zoals arseen en tin [1];
  • nitrosaminen [1];
  • bacteriële toxinen [1].

Talrijke studies hebben aangetoond dat deze stoffen verschillende effecten kunnen hebben op onze gezondheid, vooral hoge bloeddruk, kanker, ademhalings- en hart- en vaataandoeningen, en stofwisselingssyndroom [1,2,3].

In de afgelopen jaren hebben onderzoekers zich ook gericht op lucht-, water- en voedselvervuiling als factor bij diabetes. Studies bevestigen meestal dat langdurige blootstelling aan bepaalde vervuilende stoffen het risico op ontwikkeling van diabetes inderdaad kan verhogen [1,2,3,4,5]. Volgens een studie die in 2018 werd gepubliceerd in The Lancet Planetary Health, is fijnstof alleen al verantwoordelijk voor 3,2 miljoen gevallen van diabetes wereldwijd [5].

Het verband tussen diabetes en vervuiling wordt nog steeds slecht begrepen, maar er zijn plausibele verklaringen gevonden [2,6]. Blootstelling aan bepaalde verontreinigende stoffen leidt naar veronderstelling tot een verscheidenheid aan biologische reacties, die allemaal betrokken zijn bij de ontwikkeling van diabetes: oxidatieve stress en ontsteking, ontregeling van glucosemetabolisme, insulineresistentie en verhoogde waarden van lipiden (vetten) in het bloed [2,3,6,7].

Femme diabétique portant un masque au milieu de la pollution

Vervuiling en diabetes type 1

Het ontstaan van diabetes type 1 houdt verband met genetiek, maar ook met omgevingsfactoren, waarvan vervuiling er één [1] kan zijn.

Uit studies blijkt inderdaad dat blootstelling aan bepaalde verontreinigende stoffen diabetes type 1 kan bevorderen [1]:

  • hormoonontregelende en luchtverontreinigende stoffen, vooral als de blootstelling in de baarmoeder of in de vroege kindertijd plaatsvindt [1,4];
  • persistente organische polluenten [8];
  • nitraten in drinkwater [1];
  • nitrosaminen in voedingsadditieven [1];
  • bepaalde pesticiden [8].

Er is meer onderzoek nodig om te bepalen in welke mate en op welk niveau van blootstelling elk van deze verontreinigende stoffen een factor kan zijn voor de ontwikkeling van diabetes type 1 bij mensen met genetische aanleg [1].

Vervuiling en diabetes type 2

Genetiek, levensstijl en omgeving zijn drie risicofactoren voor diabetes type 2 [7].

In verschillende recente studies is bevestigd dat vervuiling, met name luchtverontreinigende stoffen, een betrokken omgevingsfactor is bij het ontstaan van diabetes type 2 [2,3,7]. Uit deze studies blijkt effectief dat leven op plaatsen met goede wandelmogelijkheden en nabijheid tot groene ruimtes het risico op diabetes type 2 vermindert [7]. Daarentegen is leven in een omgeving met veel verkeer in verband gebracht met een hoger risico op diabetes type 2 [7].

Blootstelling aan arseen, dat vaak aanwezig is in drinkwater, tijdens de ontwikkeling in de baarmoeder kan ook de alvleesklierfunctie beïnvloeden en het risico op diabetes type 2 verhogen [1,4]. Tot slot kan contact met ftalaten en hormoonontregelende stoffen in kunststoffen en vele producten zoals verf en cosmetica de insulineresistentie bevorderen en zo bijdragen aan het ontstaan van diabetes type 2 [1,8].

 

In deze studies wordt het belang van minder blootstelling aan verontreinigende stoffen in ons dagelijks leven benadrukt. Op individueel niveau is het raadzaam om op de hoogte te blijven en de preventieve aanbevelingen te volgen om de invloed van deze vervuiling op je gezondheid te beperken.

Bronnen:

  1. Bodin J, Stene LC, Nygaard UC. Can exposure to environmental chemicals increase the risk of diabetes type 1 development? Biomed Res Int. 2015;2015:208947 ; doi: 10.1155/2015/208947.
  2. Lim CC, Thurston G D. Air Pollution, Oxidative Stress, and Diabetes: a Life Course Epidemiologic Perspective. Curr Diab Rep. 2019; 19(8):58 ; 19 Jul 2019; doi: 10.1007/s11892-019-1181-y.
  3. Yongze Li, Lu Xu, Association between air pollution and type 2 diabetes: an updated review of the literature. Ther Adv Endocrinol Metab. 2019, Vol. 10: 1–15 ; doi: 10.1177/ 2042018819897046.
  4. Howard SG. Developmental Exposure to Endocrine Disrupting Chemicals and Type 1 Diabetes Mellitus. Front Endocrinol (Lausanne). 2018; 9:513 ; 3 Septemberr 2018 ; doi: 10.3389/fendo.2018.00513.
  5. Bowe B. et al. The 2016 global and national burden of diabetes mellitus attributable to PM2·5 air pollution. Lancet Planet Health. 2018 Jul;2(7):e301-e312. doi: 10.1016/S2542-5196(18)30140-2.
  6. Wolf K. et al. Association Between Long-term Exposure to Air Pollution and Biomarkers Related to Insulin Resistance, Subclinical Inflammation and Adipokines. Diabetes 2016 ;65:3314–3326 ; Novembre 2016, doi: 10.2337/db15-1567.
  7. Dendup T, Feng X, Clingan S, Astell-Burt T. Environmental Risk Factors for Developing Type 2 Diabetes Mellitus: A Systematic Review. Int J Environ Res Public Health. 2018 ;15(1):78, 5 January 2018 ; doi:10.3390/ijerph15010078.
  8. Thayer KA, Heindel JJ, Bucher JR, Gallo MA. Role of environmental chemicals in diabetes and obesity: a National Toxicology Program workshop review. Environ Health Perspect. 2012 ; 120(6):779-789 ; doi:10.1289/ehp.1104597.
Show me:
All
167151

Fruit en diabetes: wordt fruit aanbevolen?

Femme diabétique préparant une salade de fruit

Fruit is een integraal onderdeel van een gezond, evenwichtig dieet [1,2,3]. Als je diabetes hebt, kun je elk soort fruit eten. Wel kan het nuttig zijn om rekening te houden met het koolhydraatgehalte en het effect op de bloedsuikerwaarden [2,4,5].

Fruit: is het goed of slecht?

Fruit bevat weinig calorieën, veel vitaminen (A, C, K), vezels, mineralen (magnesium, kalium) en antioxidanten (polyfenolen en carotenoïden) en talrijke voedingsstoffen die een gunstig effect hebben op de gezondheid [1,3].

Volgens verschillende klinische studies helpt een plantaardig dieet hartziekte en zwaarlijvigheid voorkomen en daalt hiermee het risico op hoge bloeddruk en slechte cholesterol [3].

Voor mensen met diabetes draagt vers fruit eten bij tot een lage glycemie-index (GI), tot een optimale controle van de bloedsuiker, tot een hogere insulinegevoeligheid en een lager risico op medische complicaties [2,3,6].

Welk fruit moet ik eten en in welke hoeveelheden?

De samenstelling van je maaltijden, en met name de hoeveelheid fruit die je arts je aanraadt elke dag te eten, varieert naargelang je type diabetes en je medisch profiel [2]. Maar de meeste richtlijnen voor volksgezondheid geven een aanbeveling van twee porties fruit per dag [7].

Wat wordt beschouwd als een portie fruit?

Voor de Food Standards Agency (FSA) weegt een portie fruit 80 gram. Dit komt overeen met een handvol druiven, kersen of rode bessen, een appel, een banaan, een peer, een sinaasappel of ander fruit van vergelijkbare grootte. Een glas fruitsap van 150 ml telt als één portie, maar het wordt aanbevolen slechts één glas per dag te drinken [1].

Bij het kiezen van een bepaald fruit is het een goed idee om rekening te houden met de glycemie-index (GI), een waarde voor het vermogen van een voedingsmiddel om de bloedsuikerspiegel te verhogen [2,4]. In studies is aangetoond dat fruit met een lage GI diabetes onder controle helpt houden door de bloedsuikerspiegel niet onnodig te verhogen na een maaltijd [2,3,5].

Als je diabetes type 1 of met insuline behandelde diabetes type 2 hebt, is het raadzaam om je insulinedosissen aan te passen aan de hoeveelheid en het suikertype in het fruit dat je kiest bij je maaltijden [2].

Fruitsap

Tegenover puur fruit (vers, ingevroren of gedroogd) bevat fruitsap over het algemeen meer suiker en minder vezels, waardoor de bloedsuiker snel kan stijgen [1,3,5]. En als je probeert af te vallen of een gezond gewicht wilt behouden, onthoud dan dat puur fruit beter vult dan het sap ervan [1,6].

Welke fruitsoorten hebben een lage GI?

De fruitsoorten met de laagste GI zijn:

  • appels;
  • peren;
  • sinaasappels;
  • perziken;
  • abrikozen;
  • pruimen;
  • kersen;
  • rode bessen (zwarte bessen, bosbessen, frambozen, aardbeien) [2,4,8].

Klinisch onderzoek suggereert dat gedroogd fruit, zoals dadels, vijgen, pruimen en rozijnen, ondanks een hogere suikerconcentratie een hoog vezelgehalte en lage tot matige GI heeft, waarmee het effect op de bloedsuiker kan worden beperkt [3,9].

Welke fruitsoorten hebben een hoge GI?

Hoewel de meeste fruitsoorten een lage GI hebben (55 of minder) [8], zijn er enkele fruitsoorten met een hoge GI die je bloedsuikerspiegel waarschijnlijk zullen verhogen. Bijvoorbeeld de zogenaamde tropische vruchten:

  • ananas;
  • mango;
  • papaja;
  • kiwi;
  • watermeloen;
  • banaan [2,4].

Fruit is niet alleen ongelooflijk goed voor je gezondheid, maar vormt ook als nagerecht, snack, salade of gemengd met zuivelproducten of ontbijtgranen een heerlijke aanvulling op elke maaltijd.

Bronnen:

  1. Slavin JL, Lloyd B. Health benefits of fruits and vegetables. Adv Nutr. 2012;3(4):506-516. Published 2012 Jul 1. doi:10.3945/an.112.002154
  2. Canadian Diabetes Association Clinical Practice Guidelines Expert Committee. Nutrition Therapy. P.D. Dworatzek et al. / Can J Diabetes 37 (2013) S45eS55
  3. Mark L Dreher. Whole Fruits and Fruit Fiber Emerging Health Effects. Nutrients. 2018 Nov 28;10(12):1833. doi: 10.3390/nu10121833.
  4. M T Guevarra, L N Panlasigui. Blood glucose responses of diabetes mellitus type II patients to some local fruits. Asia Pac J Clin Nutr. 2000 Dec;9(4):303-8. doi: 10.1046/j.1440-6047.2000.00159.x.
  5. D J A Jenkins, K Srichaikul, C W C Kendall, J L Sievenpiper, S Abdulnour, A Mirrahimi, C Meneses, S Nishi, X He, S Lee, Y T So, A Esfahani, S Mitchell, T L Parker, E Vidgen, R G Josse, L A Leiter. The relation of low glycaemic index fruit consumption to glycaemic control and risk factors for coronary heart disease in type 2 diabetes. Diabetologia. 2011 Feb;54(2):271-9. doi: 10.1007/s00125-010-1927-1. Epub 2010 Oct 27.
  6. McMacken M, Shah S. A plant-based diet for the prevention and treatment of type 2 diabetes. J Geriatr Cardiol. 2017;14(5):342-354. doi:10.11909/j.issn.1671-5411.2017.05.009
  7. Forouhi N.G et al. Dietary and nutritionnal approaches for prevention and mangement of type 2 diabetes. BMJ 2018;361:k2234, 13 juin 2018. doi: 10.1136/bmj.k2234
  8. Fiona S Atkinson, Kaye Foster-Powell, Jennie C Brand-Miller. International tables of glycemic index and glycemic load values: 2008. Diabetes Care. 2008 Dec;31(12):2281-3. doi: 10.2337/dc08-1239. Epub 2008 Oct 3.
  9. Effie Viguiliouk, Alexandra L Jenkins , Sonia Blanco Mejia, John L Sievenpiper, Cyril W C Kendall. Effect of dried fruit on postprandial glycemia: a randomized acute-feeding trial. Nutr Diabetes. 2018 Dec 11;8(1):59. doi: 10.1038/s41387-018-0066-5.
Show me:
All
160208

Roken bij diabetes: waarom en hoe stoppen?

tabagisme et diabète

Er bestaat geen twijfel meer over dat roken schadelijk is voor de gezondheid en dat bij mensen met diabetes roken het ontstaan van medische complicaties kan versnellen [1,2]. Gelukkig zijn er verschillende manieren om te stoppen met roken. Maar allereerst is het belangrijk om de kracht, wens en motivatie te vinden om dat te doen. Wat zijn de factoren die je ertoe kunnen brengen om de stap te zetten en “nee” te zeggen tegen roken? En hoe geef je jezelf de beste kans om met succes te stoppen met roken?

Waarom leven met diabetes een goede reden is om te stoppen met roken

Motivatie is een van de sleutelfactoren om een nieuw tabaksvrij leven te beginnen. Laten we eens kijken naar enkele overtuigende cijfers.

De belangrijkste zorg voor rokers die leven met diabetes is het optreden van hart- en vaatcomplicaties [2,3,4]. In wetenschappelijke studies wordt bijvoorbeeld gesuggereerd dat roken bij diabetes het risico op overlijden met 48%, beroerte met 44%, coronaire hartziekte met 54% en myocardinfarct met 52% verhoogt [4]. Sigaretten roken kan ook het risico op nefropathie (nierziekte) verhogen [2,4].

Bovendien wordt door een groot aantal in sigaretten aanwezige stoffen (nicotine, acetaldehyde, vrije radicalen, zware metalen, koolmonoxide) de insulineresistentie groter, terwijl de door de alvleesklier afgescheiden hoeveelheid afneemt [2,3,4]. Dit leidt ertoe dat rokers meer insuline nodig hebben dan niet-rokers om hetzelfde niveau van glycemiecontrole te bereiken [4].

Maakt stoppen met roken het onder controle houden van diabetes gemakkelijker?

De voordelen van stoppen met roken voor mensen met diabetes zijn duidelijk vastgesteld: verminderd risico op macrovasculaire complicaties, nefropathie en insulineresistentie [2,3,4].

Het effect van roken op de bloedsuiker blijft onduidelijk en is slecht onderzocht [2, 4]. Uit een studie bleek dat het risico op een slechte glycemiecontrole hoger is bij rokers, en dit risico normaliseerde na een decennium stoppen met roken [3]. Het is evenwel niet bewezen dat stoppen met roken de controle van diabetes verbetert [2]. Stoppen met roken kan de bloedsuikercontrole zelfs verslechteren, mogelijk vanwege de gewichtstoename die vaak gepaard gaat met stoppen [2].

Zodra je de beslissing hebt genomen om te stoppen met roken, wordt het dan ook aanbevolen om overmatige gewichtstoename te voorkomen, omdat dit je bloedsuiker kan verstoren [2,3].

jeune femme diabétique refusant une cigarette

Advies en tips voor stoppen met roken

Om het ontstaan van complicaties te verminderen of vertragen, raden de American Association of Diabetes (Amerikaanse Diabetesvereniging, ADA) en het National Institute for Health and Care Excellence (Nationale Instituut voor uitmuntende gezondheid en zorg, NICE), in het Verenigd Koninkrijk mensen met diabetes ten zeerste aan te stoppen met roken [3]. Maar hoe geef je jezelf de beste kans op succes?

Allereerst is het raadzaam om hulp te zoeken. In verschillende studies is aangetoond dat de kans op succesvol stoppen met roken groter wordt met psychologische ondersteuning, waaronder persoonlijk advies, en voorschrift van medicatie voor stoppen met roken [1,2]. Uit de resultaten van een studie blijkt dat er een betere doeltreffendheid is na minstens 8 individuele sessies bij een gespecialiseerde psycholoog [1]. Deze psychologische ondersteuning kan ook cognitieve groepstherapie, telefoongesprekken en het gebruik van mobiele applicaties omvatten [1].

Tegelijkertijd kan het ook nuttig zijn om nicotinevervangende producten te proberen: volgens verschillende studies heeft een gebruiker hiermee dubbel zoveel kans op stoppen [2,3]! Kauwgom, inhalatoren, zuigtabletten, neussprays en transdermale pleisters helpen allemaal bij het overwinnen van typische ontwenningsverschijnselen, zoals stemmingswisselingen, angst en rusteloosheid, gewichtstoename en constipatie [1,2,3]. Je kunt overwegen verschillende vormen te testen om te zien wat voor jou het beste werkt. Omdat deze vervangers tijdelijk hartklachten kunnen veroorzaken (pijn op de borst, tachycardie) en het glucosemetabolisme kunnen verstoren, is het raadzaam om het gebruik ervan te beperken tot een vaste tijdsspanne [2].

In elk geval kan het nuttig zijn om je huisarts of zorgverlener te raadplegen voor een persoonlijke beoordeling van je behoeften op het gebied van geneesmiddelen en begeleiding bij het stoppen met roken.

Bronnen:

  1. L. Garcia-Gomez et al. Smoking cessation treatments : current psychological and pharmacological options. Rev Invest Clin 2019;71(1):7-16. ; doi:10.24875/RIC.18002629.
  2. Campagna D, Alamo A, Di Pino A, et al. Smoking and diabetes: dangerous liaisons and confusing relationships. Diabetol Metab Syndr. 2019 ; 11:85. Published 2019 Oct 24. doi:10.1186/s13098-019-0482-2.
  3. K.Kos. Cardiometabolic Morbidity and Mortality with Smoking Cessation, Review of Recommendations for People with Diabetes and Obesity. Curr Diab Rep . 2020 Dec 8;20(12):82. doi: 10.1007/s11892-020-01352-6.
  4. Mariola Śliwińska-Mossoń and Halina Milnerowicz. The impact of smoking on the development of diabetes and its complications. Diabetes & Vascular Disease Research 2017, Vol. 14(4) 265–276.

Show me:
All
150152

Diabetes: 3 eenvoudige zomerrecepten

Diabète : 3 recettes estivales faciles

Zorgt de stijgende zomertemperatuur ervoor dat je verse, lichte gerechten wilt bereiden met heerlijk seizoensfruit en -groente? Hier vind je drie ideeën voor eenvoudige zomerrecepten.

3 ideeën eenvoudige zomerrecepten

Cottage cheese en noten op volkorentoast

Een snel en eenvoudig zomergerecht! Begin met het snijden van een roggebrood [1]. Toast het brood, voeg naar persoonlijke voorkeur feta, cottage cheese of verse geitenkaas [2,3], gemalen noten en misschien wat taugé toe [1]. Als je ook iets zoets wilt, voeg dan wat schijfjes peer toe [1]. Maak je zomerrecept af met een basilicumblaadje of twee erbovenop [5]. De toast kan worden geserveerd met een groene salade en/of tomaten met olijfolie [1,3,6,7].

Taboulé met bulgur en kikkererwten

Om dit recept te maken, meng je simpelweg gekookte bulgur met kikkererwten, tijm en peterselie, gehakte uien en blokjes tomaten [1,4,5,6,7,8]. Gebruik citroensap en olijfolie als dressing [1,4,9]. Minstens 2 uur laten afkoelen en klaar! Een mix van ontbijtgranen en peulvruchten bevat eiwit en de lage glycemieindex (GI) kan helpen bij het onder controle houden van je bloedsuikerspiegel [1,2].

Auberginerolletjes gevuld met mosselen

De eerste stap bij het maken van dit heerlijke, zonovergoten zomerse zeevruchtenrecept is het in de lengte snijden van de aubergines en het bakken ervan in een lage, brede pan met een beetje olijfolie [1,4]. Zodra de aubergines goed gegrild zijn, is het tijd voor de volgende stap: de mosselen in de schaal klaarmaken [4,10]. Kook de mosselen gedurende 5 minuten op een hoog vuur in een pan met een beetje water, olijfolie [1,4], knoflook [11], uien [8], saffraan, peterselie en/of rozemarijn [5]. Verzamel na het koken de jus in een kleine pan en meng met wat gehakte tomaten [6,7]. Op een laag pitje laten koken tot het wat indikt en een saus wordt. Plaats ondertussen wat mosselen op één uiteinde van elke schijf aubergine en rol op. Serveren met in de schil gestoomde aardappelen [3] en enkele lepels saus.

Als je diabetes type 1 hebt, is het nog steeds nodig om de hoeveelheid en het soort koolhydraten in je voedsel aan te passen aan je insulinewaarden [1]. Eet smakelijk!

Bronnen:

  1. P.D. Dworatzek et al. Nutrition Therapy. Canadian Diabetes Association Clinical Practice Guidelines Expert Committee, / Can J Diabetes 37 (2013) S45eS55
  2. Comerford KB, Pasin G. Emerging Evidence for the Importance of Dietary Protein Source on Glucoregulatory Markers and Type 2 Diabetes: Different Effects of Dairy, Meat, Fish, Egg, and Plant Protein Foods. Nutrients. 2016 Jul 23;8(8):446.
  3. Irena Mańkiewicz-Żurawska, Przemysława Jarosz-Chobot. Nutrition of children and adolescents with type 1 diabetes in the recommendations of the Mediterranean diet. Pediatr Endocrinol Diabetes Metab. 2019;25(2):74-80. doi: 10.5114/pedm.2019.85817.
  4. M. Georgoulis, MD Kontogianni and NYiannakouris. Mediterranean Diet and Diabetes: Prevention and Treatment. Nutrients 2014, 6, 1406-1423; doi:10.3390/nu6041406
  5. Andreia S P Pereira et al. Evaluation of the Anti-Diabetic Activity of Some Common Herbs and Spices: Providing New Insights with Inverse Virtual Screening. Molecules. 2019 Nov 7;24(22):4030. doi: 10.3390/molecules24224030.
  6. Assunta Raiola, Maria Manuela Rigano, Roberta Calafiore, Luigi Frusciante, Amalia Barone. Enhancing the health-promoting effects of tomato fruit for biofortified food. Mediators Inflamm. 2014;2014:139873. doi: 10.1155/2014/139873. Epub 2014 Mar 12.
  7. K Subhash, C Bose, B K Agrawal. Effect of short term supplementation of tomatoes on antioxidant enzymes and lipid peroxidation in type-II diabetes. Indian J Clin Biochem. 2007 Mar;22(1):95-8. doi: 10.1007/BF02912889.
  8. A Tjokroprawiro, B S Pikir, A A Budhiarta, Pranawa, H Soewondo, M Donosepoetro, F X Budhianto, J A Wibowo, S J Tanuwidjaja, M Pangemanan, et al. Metabolic effects of onion and green beans on diabetic patients. Tohoku J Exp Med. 1983 Dec;141 Suppl:671-6. doi: 10.1620/tjem.141.suppl_671.
  9. Marta Klimek-Szczykutowicz, Agnieszka Szopa, Halina Ekiert. Citrus limon (Lemon) Phenomenon-A Review of the Chemistry, Pharmacological Properties, Applications in the Modern Pharmaceutical, Food, and Cosmetics Industries, and Biotechnological Studies. Plants (Basel). 2020 Jan 17;9(1):119. doi: 10.3390/plants9010119.
  10. 10. Stefano Carboni, Gunveen Kaur, Abigail Pryce, Kyle McKee, Andrew P Desbois, James R Dick, Stuart D R Galloway, David Lee Hamilton. Mussel Consumption as a "Food First" Approach to Improve Omega-3 Status. Nutrients. 2019 Jun 19;11(6):1381. doi: 10.3390/nu11061381.
  11. 11. Johura Ansary et al.. Potential Health Benefit of Garlic Based on Human Intervention Studies: A Brief Overview. Antioxidants (Basel). 2020 Jul 15;9(7):619. doi: 10.3390/antiox9070619.
Show me:
All
147166

Moet ik het griepvaccin krijgen als ik diabetes heb?

diabète grippe vaccin

Seizoensgriep treft elk jaar 5% tot 15% van de wereldbevolking [2]. Is het aan te bevelen om een griepprik te krijgen als u diabetes hebt? Heeft het griepvaccin invloed op de bloedglucosespiegels? We werpen wat licht op de zaak.

 

Waarom krijgen mensen met diabetes het advies om een griepprik te krijgen?

De griep is een frequente en vrij besmettelijke luchtweginfectie [1]. Over het algemeen duurt het slechts een paar dagen om te herstellen van de belangrijkste symptomen:

  • koorts;
  • vermoeidheid en pijnlijke spieren;
  • hoofdpijn;
  • droge hoest;
  • keelpijn;
  • verstopte neus [1].

Hoewel influenza meestal onschuldig is, kan het in sommige gevallen leiden tot medische complicaties en zelfs overlijden [1,2,3]. Daarom krijgen mensen die als "kwetsbaar" worden beschouwd, het advies om elk jaar een griepprik te krijgen. Dit geldt over het algemeen voor ouderen en zwangere vrouwen, maar ook voor degenen die leven met bepaalde chronische ziekten, zoals diabetes type 1 en type 2 [1,3,4,5]. Wat zijn de redenen hiervoor?

De eerste reden is dat terugkerende hyperglykemie de werking van het afweersysteem van het lichaam vermindert, waardoor het minder goed in staat is om het influenzavirus te bestrijden [2]. Vervolgens kunnen medische complicaties, zoals longontsteking, optreden [2]. De andere reden is dat grote schommelingen in de bloedglucosespiegel de ernst van de griep kunnen verhogen door de longfunctie te beïnvloeden [2].

Zelfs als u niet van injecties houdt, is het als voorzorgsmaatregel nog steeds een goed idee om een griepprik te krijgen. Probeer het te zien als een kort, licht onaangenaam moment, maar het is het waard omdat het de beste manier is om uzelf te beschermen... ten minste tot het volgende jaar! Het vaccin moet immers elk jaar worden vernieuwd, aangezien griepvirussen zich voortdurend ontwikkelen en het vaccin dus bij elk nieuw griepseizoen moet worden aangepast [1,3]. Uw naaste familie en vrienden worden ook aangemoedigd om gevaccineerd te worden om te voorkomen dat ze drager zijn en u het virus geven [1,5].

 

Heeft het griepvaccin invloed op de bloedglucosespiegels?

De bijwerkingen van de griepprik komen vaak voor en zijn bekend:

  • rood worden, ontsteking, zwelling of pijn rond de injectieplaats;
  • koorts;
  • hoofdpijn;
  • pijn in spieren en gewrichten;
  • andere verkoudheidachtige symptomen;
  • vermoeidheid [1,3,4].

Er is niets om u zorgen over te maken, omdat deze te verwachten vallen en er in de eerste 48 uur meestal reacties zonder veel gevolgen optreden [6].

In enkele zeer zeldzame gevallen kunnen mensen met diabetes ook een verhoging van hun bloedsuikerspiegel ervaren na de griepprik. Deze tijdelijke stijging van de bloedglucosespiegel kan worden veroorzaakt door de stimulatie van het immuunsysteem en de daaruit voortvloeiende stress van het lichaam [4]. Aangezien het slechts tijdelijk is, is er meestal geen verandering in de behandelingsdosering nodig na vaccinatie [4].

Het griepvaccin heeft een bekend en aanvaardbaar veiligheidsprofiel en is over het algemeen effectief, dus overweeg om medio oktober al een injectie te krijgen om te genieten van de herfst- en winterseizoenen met volledige gemoedsrust!

 

Bronnen:

  1. S. Ghebrehewet, P.MacPherson, A.Ho. Influenza. BMJ 2016;355:i6258 ; 7 décembre 2016; doi: 10.1136/bmj.i6258
  2. Hulme KD, Gallo LA and Short KR(2017). Influenza Virus and Glycemic Variability in Diabetes: A Killer Combination ? ; Front. Microbiol. 8:861. doi: 10.3389/fmicb.2017.00861Influenza
  3. G. Dos Santos, H.Tahrat and R.Bekkat-Berkani. Immunogenicity, safety, and effectiveness of seasonal influenza vaccination in patients with diabetes mellitus: A systematic review. HUMAN VACCINES & IMMUNOTHERAPEUTICS 2018, VOL. 14, NO. 8, 1853–1866 ; 24 février 2018, doi : 10.1080/21645515.2018.1446719
  4. S.S. Glaess, Acute Hyperglycemia After Influenza Vaccination in a Patient With Type 2 Diabetes. Spectrum Diabete Journals.org ; doi : 10.2337/d https://doi.org/10.2337/d
  5. P. Eszter et al. Effectiveness of the influenza vaccine in preventing admission to hospital and death in people with type 2 diabetes. CMAJ 2016. ; 25 juillet 2016 DOI:10.1503 /cmaj.151059
  6. T Robinson, A Rayani. Side effects of influenza vaccination. Br J Gen Pract. 1991 Nov;41(352):476.
Show me:
All
166169
Abonneer op

Over Making Diabetes Easier

VitalAire zet zich in voor de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen met diabetes. Onze teams voor thuiszorg bieden onze patiënten en hun naasten educatie, ondersteuning en personalisering van onze zorg. Onze missie: diabetes gemakkelijker maken.

#Makingdiabeteseasier

Our mission?

#Makingdiabeteseasier

Icon
Icon
Icon
Icon